Wat is de oorzaak van snurken? ln u zoektocht naar oplossingen voor snurken is het belangrijk daar eerst aandacht aan te schenken.
Vaak geeft uw bedpartner aan dat u snurkt. Maar het achterhalen van de oorzaak van snurken is minder eenvoudig. Ten eerste zijn er zijn verschillende vormen van snurken. Ten tweede varieert de ernst van snurkproblemen en moet u achterhalen of er sprake is van mogelijke gezondheidsrisico´s.
De belangrijkste informatie in dit artikel
- Zelfonderzoek, snurkt u en in welke gradatie.
- Wanneer raadpleegt u een arts bij snurkproblemen.
- Overgewicht en levensstijl, wat is de relatie met snurken.
- Wanneer is opereren een optie bij snurkproblemen.
- Operatieve behandeling bij zeldzame oorzaak van snurken.
- Wat is een polysomnografie.
- Hoe is het slaap-apneusyndroom te behandelen.
- Diagnose van een obstructiefslaapapneusyndroom (OSAS).
Zelfonderzoek. Snurkt u? En in welke gradatie
Snurkt u en heeft u last van overgewicht? Heeft u overdag last heeft van slaperigheid en vermoeidheid en uw wordt ´s nachts regelmatig wakker, dan zijn dat tekenen dat uw snurkgedrag waarschijnlijk uw zuurstofhuishouding negatief beïnvloedt en u gezondheidsrisico´s loopt. Mogelijk neemt uw bedpartner ook ´s nachts waar dat u tijdens uw slaap adempauzes neemt van enkele seconden tot langer. Dat is voor de partner en voor uzelf nogal schrikken, hoewel de hersenen ervoor zorgen dat u uiteindelijk toch weer normaal gaat ademen waarbij u ongemakkelijk wakker schrikt. Adempauzes tijdens het slapen wordt Slaapapneu genoemd. Slaapapneu kan in meer of minder ernstige vorm voorkomen.
Wanneer raadpleegt u een arts bij snurkproblemen
Als u vermoedt dat u lijdt aan slaapapneu, raadpleeg dan in elk geval altijd uw arts. Uw huisarts of de KNO arts waarnaar u wordt doorverwezen zal allereerst een aantal vragen stellen aan de patiënt en zijn of haar partner om er achter te komen of er factoren zoals roken, alcoholgebruik, medicijngebruik of gewichtstoename aanwezig zijn die het snurken kunnen verklaren. Ook zal worden gevraagd naar met name neusverstoppingsklachten en keelklachten.
De arts zal ook de neus en keel uitgebreid onderzoeken, waarbij vaak met een flexibele endoscoop (kijkbuisje met diameter van 3 mm) de binnenkant van de neus en de keel tot aan de stembanden wordt bekeken, om zo te beoordelen waar vernauwingen aanwezig zijn. Soms zullen ook allergietesten en röntgenfoto’s worden gemaakt.
Overgewicht en levensstijl, wat is de relatie met snurken?
U kunt bij uzelf te rade gaan of er gezondheidswinst te halen is. Bent u te zwaar? Rookt u? Nuttigt u voor het slapen enkele glazen alcohol? Matigen op deze vlakken is direct eerste winst.
In combinatie met het aanpassen van uw levenstijl kunt u de aanschaf van een of meerdere antisnurk producten overwegen. Er zijn diverse effectieve antisnurk producten verkrijgbaar tegen zeer redelijke prijzen. Soms worden deze ook vergoed door uw verzekeringsmaatschappij.
Opereren is ingrijpend en daarom niet het eerste wat bij snurkers opkomt als mogelijke oplossing. Als u uw gezondheid en levensstijl op orde heeft en antisnurkproducten werken niet, dan kunt u dit in overleg met uw arts overwegen.
Belangrijk bij het kopen van antisnurk producten!
Als u niet al teveel geld wilt besteden en vrijwel geen hinder wilt ondervinden tijdens uw slaap, is de antisnurkbeugel of het tongstabilisator in combinatie met de neusspreider de beste oplossing voor uw snurkprobleem. Deze producten zijn bewezen effectief voor de meeste snurkers en en dus waarschijnlijk ook voor u. Genoemde artikelen zijn te koop op deze website.
Mochten deze producten niet werken, dan is de kans klein dat andere producten die onder meer in dit artikel [ext. link naar artikel: wat is snurken] uitvoerig worden besproken wél werken. Met uitzondering van het CPAP apparaat wat vrijwel gegarandeerd werkt, hoewel de nadelen ook talrijk zijn en het nut van het apparaat kunnen overstemmen.
Wanneer is opereren een optie bij snurkproblemen?
Wanneer de arts heeft vastgesteld wat de oorzaak van het snurken is, kan eventueel een operatieve behandeling worden aanbevolen. Soms ligt de oorzaak van snurken in de neus. Een scheef neustussenschot, een allergie of poliepen kunnen neusverstopping veroorzaken. Een allergie kan met medicijnen worden behandeld. Soms biedt een operatie aan het neustussenschot of het verwijderen van poliepen uitkomst om een te nauwe neusholte ruimer te maken (dit heeft een goed effect bij ongeveer één op de tien mensen die snurken én last hebben van een verstopte neus). Bij kinderen kan het snurken vaak met succes worden bestreden door de keel- en/of neus- amandelen te verwijderen.
Als obesitas en een slechte levenstijl niet aan de orde zijn wordt snurken in veruit de meeste gevallen veroorzaakt door een te nauwe overgang van de neusholte naar de keelholte; dit is de ruimte achter het zachte verhemelte en de huig. Er zijn twee methoden om snurken dat in dit gebied ontstaat operatief te behandelen:
1. Uvulo palato faryngo plastiek
De meest effectieve manier is het verwijderen van het grootste deel van de huig en het zachte verhemelte (uvulo palato faryngo plastiek: UPPP). Dit verwijderen kan met een mes of met de laser; voor de patiënt heeft dit hetzelfde resultaat. Als er nog keelamandelen aanwezig zijn, worden deze vaak weggehaald.
De overgang van de neus naar de keel wordt door deze operatie ruimer en het snurken verdwijnt bij ongeveer negen van de tien mensen, maar na een paar jaar komt het snurken bij sommige mensen terug; na vijf jaar werkt de operatie daarom nog maar bij zeven van de tien mensen. Dit komt omdat er zich langzaam weer wat vet ophoopt in de huig en het zachte verhemelte. De operatie kent ook nadelen:
Direct in aansluiting op de operatie is het slikken heel pijnlijk. Dit duurt soms wel twee weken, zodat in deze tijd vaak niet gewerkt kan worden.
Er kan een droog gevoel overblijven in de keel of een gevoel dat er een brok in de keel zit.
Het uitspreken van een harde “g” gaat niet goed meer.
In uitzonderlijke gevallen kan het zachte verhemelte te kort worden, zodat de neusholte aan de achterzijde niet meer goed kan worden afgesloten. Bij drinken komt dan vloeistof via de neus naar buiten. Meestal is dit een tijdelijk probleem, soms is een operatie noodzakelijk, waarbij het zachte verhemelte weer wat langer wordt gemaakt.
2. Gecontroleerde littekenvorming
Een minder belastende behandeling is het verstijven van de huig en het zachte verhemelte door middel van gecontroleerde littekenvorming. Dit gebeurt met behulp van een naald die op 3 tot 5 plaatsen in het zachte verhemelte wordt gestoken. Met behulp van trillingen (radiofrequente energie) of door ioniserende effecten (coblatietherapie) worden de naald en het weefsel verhit tot 85 graden Celsius. Er ontstaat dan geen echte brandwond, maar er treedt een soort smelten op in de diepte van het zachte verhemelte. Hierdoor ontstaat littekenweefsel. Een eigenschap van littekenweefsel is dat het stijver is dan normaal weefsel, zodat het verhemelte minder makkelijk kan gaan trillen en snurken dus minder gemakkelijk op zal treden.
In een eerste tijd kan ook de huig verwijderd worden en kunnen 2 sneetjes in het verhemelte gemaakt worden langs de huig zodat het verhemelte als het ware opentrekt.
Deze behandeling wordt meestal onder plaatselijke verdoving verricht. Na de behandeling is de keel ruim een week gevoelig, maar veel minder dan na een uvulo-palato-faryngo-plastiek.
Bij onvoldoende resultaat kan de ingreep herhaald worden. De behandeling gebeurt immers onder lokale verdoving en ambulant. Het RIZIV vergoedt deze behandelingen driemaal. Om succesvol te zijn moet er tussen de behandelingen zeker twee maanden zitten.
Deze behandeling kent ook nadelen:
In zeldzame gevallen kan als complicatie van de ingreep een gat in het zachte verhemelte ontstaan, dat een paar weken pijn kan doen, maar vrijwel altijd vanzelf weer dichtgroeit. Mocht dit niet het geval zijn, dan kan het door een kleine operatie worden gesloten.
Operatieve behandeling bij zeldzame oorzaak van snurken
In zeldzame gevallen ontstaat het snurken op het niveau van de achterzijde van de tong of het strottenklepje (epiglottis). Dan zijn er twee operatieve behandelingsmethoden:
1. Gecontroleerde littekenvorming: verstijven van de achterkant van de tong.
Het achterste deel van de tong kan stugger gemaakt worden met behulp van de hierboven beschreven radiofrequente energie of de coblatie-
therapie. Er wordt een succespercentage van ongeveer 75% genoemd, maar over de resultaten op langere termijn is ook nog weinig bekend. Nadelen van de behandeling zijn: Milde pijn bij het slikken gedurende enkele weken; werken is na een paar dagen doorgaans weer mogelijk.
2. Verwijderen van een stuk van het achterste deel van de tong met de laser.
Een deel van de achterzijde van de tong wordt verwijderd met behulp van de laser om zo meer ruimte in de luchtweg achter de tong te krijgen. Resultaten op lange termijn zijn ook hiervan nog niet bekend. Nadelen van de behandeling zijn: Het slikken is gedurende twee weken pijnlijk; werken is in deze periode niet mogelijk. Verslechtering van de smaak gedurende enkele weken tot soms een paar maanden.
Diagnose van een obstructiefslaapapneusyndroom (OSAS)
Een apneu is een pauze van de ademhaling van meer dan 10 seconden.
Bij een klein deel van de snurkende mensen is de keelholte zo nauw dat het zachte verhemelte met de huig en de keelwand af en toe helemaal tegen elkaar aan gezogen worden waardoor een totale afsluiting van de luchtweg ontstaat. Er is een ademstilstand die wel dertig seconden of langer kan duren.
Men spreekt van een slaap-apneusyndroom wanneer ademstilstanden meer dan tien maal per uur optreden. Het is belangrijk op te merken dat door zo’n afsluiting géén gevaar bestaat voor verstikking! De hersenen geven namelijk een alarmsignaal af, waardoor de snurker minder diep gaat slapen of zelfs (soms benauwd) wakker wordt. De spieren in het zachte verhemelte en de tong worden dan meer aangespannen. Daardoor wordt de keelholte opengetrokken, zodat weer normaal adem gehaald kan worden. De snurker slaapt dan weer verder en slaapt geleidelijk aan steeds dieper totdat weer een volgende apneu optreedt.
Door al deze apneus en alarmsignalen uit de hersenen is de kwaliteit van de slaap erg slecht. Het lukt de patiënt eigenlijk niet of nauwelijks om diep genoeg te slapen. De slaap-apneupatiënt wordt niet uitgerust wakker en heeft veel last van slaperigheid overdag. Dit betekent niet zo maar moe zijn, maar echt en ongewild in slaap vallen bijvoorbeeld tijdens een gesprek met iemand, tijdens het lezen van een krant, maar soms ook bij activiteiten als autorijden. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties, niet alleen voor de patiënt zelf, maar ook voor anderen! Omdat de slaap zo slecht is, is de concentratie overdag ook slecht en kan de slaap-apneupatiënt erg vergeetachtig zijn.
Door de alarmsignalen uit de hersenen treden ook wisselingen in de bloeddruk op. Hierdoor hebben hart en bloedvaten te lijden en kan hoge bloeddruk ontstaan. Zo is het snurken niet alleen maar lastig voor de partner, maar schaadt het ook de gezondheid van de snurker. Het lichaam en de geest van de slaap-apneupatiënt krijgen minder rust. Een slaap-apneupatiënt kan zich ‘s nachts minder goed herstellen, zodat gezegd zou kunnen worden dat deze patiënt sneller “slijt”. De levensverwachting van iemand met het slaap-apneusyndroom is dan ook korter.
Om vast te stellen of er inderdaad sprake is van een slaapapneu-syndroom moet een nachtelijke meting tijdens de slaap worden verricht (polysomnografie).
Wat is een polysomnografie?
Om vast te stellen of er sprake is van een slaap-apneusyndroom, moet de arts een nachtelijke meting tijdens de slaap laten verrichten. Men noemt dit een polysomnografie (poli = veel; somnus = slaap; grafie = schrijven: tijdens de slaap wordt veel “geschreven”, d.w.z. door een apparaat geregistreerd). Net als bij een ECG (hartfilmpje) wordt met elektrodes de activiteit van de hersenen, van de longen, van de spieren van de borstkas en in de benen gemeten. Daarnaast worden de bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed geregistreerd. Er kan dan beoordeeld worden hoe diep iemand slaapt, hoe vaak apneus optreden en hoeveel wekreacties in de hersenen ontstaan. Een dergelijk onderzoek kan plaatsvinden binnen het ziekenhuis in een zogenaamd slaaplaboratorium.
Hoe is het slaap-apneusyndroom te behandelen?
Er zijn vier behandelingsmethoden:
Nasale CPAP – operatie niet nodig
De beste methode is “nasale CPAP” (via de neus toegediende Continue Positieve luchtweg druk (= Airway Pressure)). Hierbij wordt een neusmasker gedragen dat met een slang verbonden is aan een apparaat dat op het nachtkastje staat (zie foto).
Dit apparaat pompt voortdurend lucht in de neus en keel, zowel tijdens het in- als tijdens het uitademen. Hierdoor ontstaat een overdruk, zodat de wanden van de keelholte niet samen kunnen vallen. Er treden dan veel minder ademstilstanden op en ook het snurken is meestal verdwenen.
Het moge duidelijk zijn dat dit geen comfortabele situatie is en dat gewenning noodzakelijk is. Dat lukt niet bij iedere patiënt. Als iemand zich echter veel meer uitgerust voelt, dan wordt vaak het ongemak voor lief genomen.
Dragen van een antisnurk beugel – operatie niet nodig
De antisnurk beugel maakt de keelholte wijder door de onderkaak en de tong niet naar achter te laten zakken tijdens de slaap. Ook deze aanpak kan goed werken, maar is minder effectief dan CPAP.
Uvulo palato faryngo plastiek – operatie vereist
Als sprake is van een licht slaap-apneusyndroom kan behandeling door middel van een uvulo-palato-faryngo-plastiek (zoals hiervoor beschreven bij de behandeling van snurken) worden verricht. De kans op een succesvol resultaat is veel kleiner, zeker op langere termijn.
Operatieve therapie – operatie vereist
Tot slot moet nog een operatieve therapie genoemd worden, waarbij de onderkaak naar voren wordt verplaatst. Dit is een uitgebreide operatie waarbij de onderkaak net achter de verstandskiezen wordt doorgezaagd en naar voren wordt gebracht. Met schroeven wordt de onderkaak in een andere positie vastgezet. Omdat de vorm van de onderkaak door de operatie verandert, is vaak een nabehandeling door een orthodontist nodig om de stand van de tanden aan te passen aan de nieuwe vorm van de onderkaak. Patiënten met een onderontwikkelde onderkaak komen voor deze behandeling in aanmerking. Bij de juiste patiënten uitgevoerd, zijn de resultaten van de deze ingreep goed.
Conclusie
Als u een bedpartner heeft, komt u er gelukkig vrij snel achter of u snurkt of niet. Indien u snurkt is het zaak te achterhalen hoe ernstig uw snurkprobleem is en of er al dan niet gezondheidsrisico’s spelen. Heeft u last van ernstige vermoeidheid overdag en neemt uw bedpartner ´s nachts adempauzes waar? Raadpleeg een arts om de ernst verder te laten onderzoeken. Mogelijk is endoscopisch onderzoek nodig waarbij de arts met een buisje nauwkeurig vernauwingen via een minuscuul kleine camera kan detecteren in de keel – en neusholten.
Snurkt u en leeft u ongezond, dan kunt u met een aanpassing van uw leefstijl en voedingspatroon veel winst halen en aanvullend een antisnurkproduct proberen zodat de luchtwegen meer ruimte krijgen. Mocht dat alles niet helpen, dan is CPAP of opereren altijd nog een optie zij het dat dit nooit de eerste keuze zal zijn.
Doe iets aan uw snurkproblemen, dan ziet u de dag weer met een lach tegemoet.
Lees meer artikelen in de categorie: oplossingen voor snurken.